Mijn job als … rechtsonderzoeker
Een plan voor nachtvluchten creëert geluidsoverlast. Een economisch risico draait verkeerd uit voor een bedrijf … Mag een rechter dan tussenbeide komen? Mag die zeggen dat iemand een andere beslissing had moeten nemen? Doctoraatsonderzoeker Jan-Baptist Lemaire (KU Leuven) gaat op zoek naar antwoorden.
Dag Jan-Baptist! Hoe gaat het met je?
“Het gaat goed! Er ligt hier een hele hoop papers die ik moet nakijken, maar eerst duik ik nog even de boeken in. Ik probeer elke dag te starten en te beëindigen met een paar uur lees- en schrijfwerk. Ik verdiep me met name in de rechtspraak: hoe rechters het redelijkheidsbeginsel toepassen. Dat vergelijk ik met de rechtsleer: wat auteurs schrijven over de manier waarop het redelijkheidsbeginsel wordt toegepast.”
Wat is dat redelijkheidsbeginsel precies?
“Stel dat je naar een bakker gaat en met hem aan de praat raakt. Je hebt het over alle taarten en broden die je nodig hebt, waardoor die bakker natuurlijk denkt: ‘Yes, hier komt een prachtige omzet uit!’ Maar op het einde van de dag, nadat je de bakker de hele dag hebt beziggehouden en hij dus verder niets heeft kunnen verkopen, besluit je: ‘Ik moet er nog eens over nadenken, ik kom een andere keer wel terug.’ Heb jij dan iets fout gedaan? De bakker heeft ‘door jou’ een hele dag aan opbrengst misgelopen, maar betekent dat ook dat je juridisch ter verantwoording geroepen kunt worden?”
“Over dergelijke situaties buig ik me in mijn onderzoek: wat moet een rechter doen als hij of zij wordt geconfronteerd met een handeling waarvoor er geen wettelijke norm is die zegt welke handeling je precies moet stellen? Hoe moet de rechter die situatie dan beoordelen? In België lossen we dit vaak op door de handeling te toetsen aan het redelijkheidsbeginsel: hij of zij moet alle belangen tegen elkaar afwegen. En de rechter mag pas ingrijpen als een bepaalde actie echt kennelijk onredelijk is: niemand zou ooit op die manier gehandeld hebben.”
Gaan verschillende landen daar op een andere manier mee om?
“Absoluut. De Amerikaanse manier om naar dergelijke problemen te kijken is eerder theoretisch. De praktijk van het huidige rechtssysteem is minder belangrijk dan de ideeën die erachter liggen. In de VS heerst het basisidee dat recht altijd ook beleid is. Als je er onderzoek doet naar recht, doe je eigenlijk ook aan beleidsonderzoek, zelfs als je dat niet wilt. In België bekijken we recht veel meer als een systeem. Als er daarin een gat is, moeten we dat opvullen.”
“Dat zorgt er ook voor dat je in de VS veel creatievere oplossingen ziet. Een rechter doet daar zijn of haar uitspraak in naam van ‘het recht’, maar het is perfect mogelijk dat andere rechters het er niet mee eens zijn. Of dat ze je uitspraak oké vinden, maar niet de manier waarop je daartoe bent gekomen. In 1964 was er bijvoorbeeld een rechtszaak rond de film Les Amants. De vraag was: is die film obsceen, en dus verboden, of niet obsceen, en dus beschermd door de vrijheid van meningsuiting? Eén rechter zei: ‘I will know it when I see it, and this is not it.’ In België kun je je zoiets niet voorstellen, hier nemen we veel meer een doctrinaire houding aan: we redeneren steeds vanuit het recht en de rechter belichaamt dat recht. En dat verschil in motivering is ook iets waar mijn onderzoek zich op toelegt.”
Is dit soort onderzoek wat je altijd al wilde doen?
“Laten we zeggen dat ik een heel breed interesseveld heb. Eigenlijk wilde ik na het middelbaar geschiedenis studeren, maar toen ik richting de arbeidsmarkt keek, ben ik toch maar voor rechten gegaan. Jammer eigenlijk, want ik zie dat geschiedenis in andere landen vaak meer gewaardeerd wordt. Vanaf mijn tweede jaar deed ik stages in advocatenkantoren. Ik merkte al snel dat ik dat wel leuk vond, maar dat ik toch meer tijd wilde om dieper over zaken na te denken. Dus koos ik binnen de rechten voor het onderzoekstraject, en rondde ik na mijn master een verkorte bachelor filosofie af. Stiekem wil ik ook ooit nog eens architectuur bijstuderen. Maar eerst dit doctoraat.”
Welke hoogtepunten heeft je doctoraat je al gebracht?
“Als ik het over mijn persoonlijke highlights heb, dan denk ik onmiddellijk aan mijn verblijven in Oxford, als onafhankelijke onderzoeker, en in Yale, voor mijn Master of Law. De sfeer daar is helemaal anders: je bent veel meer nog een student. Waar je in België als onderzoeker een eigen kantoortje krijgt, moet je daar samen met alle andere studenten naar de bib gaan. Het is een hele mooie bib, versta me niet verkeerd, maar het is wel een heel andere ervaring.”
Wat maakt iemand tot een goede rechtsonderzoeker?
“Je moet natuurlijk kunnen schrijven - al moet ik eerlijk toegeven dat ik na zes jaar nog altijd niet goed weet hoe je daaraan begint. Ik kan uren over mijn onderwerp praten, ik kan er sessies over geven, maar om het neer te schrijven …”
“De belangrijkste voorwaarde is dat je een drive moet hebben waardoor je niet tevreden bent met de huidige antwoorden. Dat is iets wat ik vaak opmerk in de Belgische rechtspraak: we graven soms niet diep genoeg. We baseren ons voor alles op ‘het systeem’, maar waarop is dat systeem gebaseerd? We hebben meer mensen nodig die dingen in vraag durven stellen. Die zich afvragen of het systeem nog overeenstemt met onze waarden.”
Als je een onbeperkt budget zou hebben …
“Dan nam ik meteen een leger aan doctorandi aan, om samen met hen echt empirisch onderzoek te doen. Of nam ik de kans om samen met al mijn dichtste collega’s iets te schrijven. Mijn promotor heeft een heel breed gamma aan doctoraatsstudenten en -onderwerpen: de culturele interpretatie van contracten, kunstrecht, het gebruik van AI bij contracten … Ik heb al enorm veel geleerd door gewoon even met hen te babbelen bij een kopje koffie. Maar tot nu toe hebben we alleen nog maar samen aan handboeken ‘mogen’ bijdragen.” (lacht)
We vroegen Jan-Baptist ook om enkele van zijn favoriete boeken en series te delen.
Benieuwd naar die tips? Check snel zijn lijstje!