Thema
Sport & beweging

Over het muurtje

 

Voor elk thema dagen we twee wetenschappers uit om een duik te nemen in elkaars onderzoek. Gaan deze keer in dialoog: postdoc Louise Poppe (UGent) en professor Dominique Hansen (UHasselt). Beiden bestuderen de heilzame effecten van beweging, voor respectievelijk de cognitieve gezondheid en de preventie van hartfalen.

Wie is wie?

Psychologe Louise Poppe is onderzoeker aan de Universiteit Gent binnen de vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg. Ze ontvangt een junior postdoctoraal mandaat van het FWO voor haar studie naar het verband tussen fysieke activiteit en het dagelijks cognitief functioneren bij oudere volwassenen.

Fysioloog Dominique Hansen is hoogleraar aan de faculteit Revalidatiewetenschappen van de Universiteit Hasselt. Hij doet onderzoek naar fysieke oefeningen geschikt voor de preventie en de behandeling van cardiovasculaire en stofwisselingsaandoeningen. Onder meer voor zijn studie naar het voorkomen van hartfalen bij patiënten met diabetes type 2 krijgt hij steun van het FWO.

 

Louise: “Dag Dominique, ik merk dat we een onderzoeksinteresse delen! In mijn doctoraat ging ik na hoe eHealth-apps volwassenen met diabetes type 2 kunnen aanmoedigen om meer te bewegen. Jij onderzoekt welke trainingsinterventies helpen om hartfalen bij die groep van patiënten te voorkomen. Waarom hebben mensen met diabetes type 2 eigenlijk een grotere kans op hartfalen?”

Dominique: “Diabetes type 2, de meest voorkomende vorm van diabetes of ‘suikerziekte’, gaat vaak gepaard met onder andere ontstekingen, een te hoog suikergehalte in het bloed en een te hoge insulinespiegel. Dat zijn stuk voor stuk factoren die maken dat de pompwerking van het hart vermindert. Op lange termijn kan dat tot hartfalen leiden. Met alle negatieve gevolgen van dien voor de gezondheid en de levensverwachting van diabetespatiënten.”

Louise: “Zijn die mensen zich daar voldoende van bewust? Moeten zij zich niet laten screenen?”

Dominique: “Veel mensen schrikken als ik ze dat vertel, bijvoorbeeld tijdens een presentatie over ons onderzoek. Mensen met diabetes type 2 kennen doorgaans heel goed het belang van de suikercontroles die ze doen en weten dat hun aandoening risico’s inhoudt voor het zenuwstelsel en voor kleine bloedvaten. Maar dat er een link is met hartfalen zien de meesten niet aankomen.”

“Het is inderdaad belangrijk dat patiënten met diabetes type 2 een hartscreening laten uitvoeren. Of op zijn minst geïnformeerd worden over deze complicatie. Vandaag is zo’n screening nog niet de gewoonte. Ten onrechte, want zelfs bij wie zijn of haar ziekte goed onder controle heeft, zijn dikwijls al de eerste tekenen van een verminderde hartfunctie te zien. Terwijl je daar niets van voelt.”

Er bestaat een rechtstreekse link tussen diabetes type 2 en hartfalen. De meeste diabetespatiënten weten dat niet
Dominique Hansen
UHasselt

Louise: “Tijdens zo’n hartscreening kan dan gekeken worden naar de global longitudinal strain, las ik. Dat is nieuw voor me.”

Dominique: “Begrijpelijk: de global longitudinal strain of ‘GLS’ is relatief nieuw in de medische wetenschap. Het komt erop neer dat je bij een echografie van het hart gaat kijken naar een specifieke manier waarop de hartspier vervormt tijdens het samentrekken. Terwijl het hart klopt dus. Het mooie aan de techniek is dat die toelaat subtiele veranderingen in die vervorming op te sporen, jaren voor er sprake is van hartfalen. Je kan er hartstoornissen dus min of meer mee voorspellen.”

Louise: “In eerdere studies is al aangetoond dat trainingsinterventie – gericht bewegen of sporten, zeg maar – helpt om de GLS te verbeteren bij sommige diabetes type 2-patiënten. En om op lange termijn hartfalen te voorkomen. Waar gaat je huidige onderzoek dan nog over?”

Dominique: “De studie die we sinds begin vorig jaar doen met steun van het FWO onderzoekt twee zaken. In de eerste plaats hoeveel en aan welke intensiteit patiënten moeten trainen voor dat positieve effect op hun hart. Daarnaast willen we de patiëntenkenmerken identificeren die kunnen voorspellen hoe goed iemand op een training zal reageren. Denk aan factoren zoals bijkomende complicaties, die kunnen maken dat sport voor bepaalde patiënten bijvoorbeeld niet zal werken.”

Louise: “Waar moeten mensen met diabetes type 2 op letten om hartfalen te voorkomen?”

Dominique: “Eerst en vooral is het belangrijk om voldoende te bewegen. Verder is het cruciaal om een normaal lichaamsgewicht aan te houden door gezond te eten. Dat heeft een heel gunstig effect op de hartfunctie. En stoppen met roken, dat is een absolute must. Al die adviezen zijn ook relevant in jouw onderzoek, niet? Ze hebben een invloed op de mate waarin ons brein gezond ouder wordt.”

Louise: “Klopt helemaal. Er zijn een aantal levensstijlaanpassingen die we kunnen doen om de kans om later dementie te ontwikkelen te verkleinen. Gehoorbescherming dragen in luidruchtige omgevingen zoals een discotheek of een festival, bijvoorbeeld. Dat klinkt misschien gek, maar van gehoorverlies is geweten dat het de kans vergroot om dementie te ontwikkelen.”
 

“Voldoende bewegen, gezond eten, stoppen met roken ..."
“... allemaal adviezen die in jouw én in mijn onderzoek relevant zijn"

“Andere zaken die je kan doen zijn verwondingen aan je hoofd voorkomen – draag een helm bij het fietsen – hoge bloeddruk vermijden en sociale isolatie tegengaan. En zoals je al zei: een normaal gewicht aanhouden door gezond te eten, niet roken en vooral voldoende bewegen.”

“Je hoeft daarmee niet te wachten tot je ouder bent. Eigenlijk is het nooit te vroeg om je levensstijl aan te passen om je brein te beschermen. Hoe met name beweging ervoor zorgt dat ons verstand op latere leeftijd niet te snel achteruitgaat, daar gaat mijn FWO-onderzoek over.”

Dominique: “Aha, dat vroeg ik me inderdaad af. Hoe komt het juist dat fysieke activiteit gelinkt is aan cognitief functioneren, aan de goede werking van ons verstand?”

Louise: “Je kan die link op drie niveaus bekijken. Ten eerste op microscopisch niveau: daar zien we dat beweging de aanmaak van nieuwe verbindingen in de hersenen stimuleert. Daardoor blijven die goed in vorm. Daarnaast zijn er studies op macroscopisch niveau die focussen op het volume van bepaalde breinstructuren. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat meer bewegen gepaard gaat met een grotere hippocampus: een hersenregio die belangrijk is voor het geheugen.”

“Tot slot zijn er de studies op gedragsmatig niveau. Die gaan na op welke manier fysieke activiteit samenhangt met andere gezonde gedragingen en processen, zoals een verbeterd mentaal welzijn en een betere slaap. Van beide zaken weten we dat ze een positief effect hebben op onze cognitie.”

Je kan veel doen om je brein te beschermen tegen dementie, ook op jonge leeftijd. Voldoende bewegen bijvoorbeeld
Louise Poppe
UGent

Dominique: “Waarom is slaap zo belangrijk? Ik heb me laten vertellen dat chronisch slaapgebrek grote negatieve gevolgen kan hebben voor je cognitief functioneren.”

Louise: “Als je slecht slaapt – zeker gedurende een lange periode – kan je concentratievermogen verminderen, net als de snelheid waaraan je informatie verwerkt en je vermogen om nieuwe herinneringen op te slaan. Een slechte slaapkwaliteit kan bovendien depressieve gevoelens uitlokken. Daarvan is geweten dat die een negatief effect hebben op de cognitie.”

“Het is een van de doelstellingen van mijn onderzoek om bloot te leggen hoe het oorzakelijk verband tussen fysieke activiteit, slaap en cognitief functioneren precies loopt. Ook de rol van mentaal welzijn neem ik mee in dat verhaal.”

Dominique: “Ik denk dat niemand ernaar uitkijkt dat zijn of haar verstandelijke capaciteiten vanaf een bepaalde leeftijd beginnen terug te lopen. Is die achteruitgang te vermijden?”

Louise: “Niet echt, het hoort nu eenmaal bij het ouder worden. Maar laat ik beginnen met het goede nieuws: je woordenschat blijft erop vooruitgaan, ook op latere leeftijd. Oudere volwassen hebben doorgaans een uitgebreidere woordenschat dan pakweg dertigers en veertigers.”

“Alle andere cognitieve capaciteiten beginnen wel al vanaf de leeftijd van veertig jaar achteruit te gaan. Zo wordt je geheugen slechter en gaat nieuwe informatie verwerken steeds trager.”

“Als je cognitie sneller verslechtert dan verwacht, en je veel moeite krijgt met dagelijkse bezigheden, kan er sprake zijn van dementie. Maar de meeste ouderen blijven ondanks de achteruitgang van hun cognitieve vaardigheden prima functioneren. Het is dus niet per se iets om je zorgen over te maken. (lacht)

Over Louises onderzoek naar het verband tussen beweging en de verstandelijke gezondheid van oudere volwassenen hebben we ook een wetenschapssprookje gemaakt. Beluister het hier!