Op speeddate! Met Lise Jennen
FWO-aspirant Lise Jennen (KU Leuven) gaat voor haar doctoraat na of sport een positief effect kan hebben op twee mechanismen in de hersenen die geassocieerd worden met mentale klachten. Ze is de uitgelezen persoon om een aantal vragen te beantwoorden over de link tussen sporten en mentaal welzijn. We gingen met haar op speeddate, in naam van de wetenschap!
Sporten en bewegen is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook voor je geest. Waaraan merk je dat?
“Mensen die sporten ervaren minder stress, hebben minder last van sombere gevoelens en voelen zich zelfzekerder. Ook op cognitief vlak zijn er voordelen: zo gaan je concentratievermogen en je geheugen erop vooruit als je sport. Je hoeft daar trouwens niet intensief voor te sporten. Gewoon fysiek actief zijn, bijvoorbeeld door de fiets te nemen naar de winkel, kan al volstaan. Het positieve effect op je mentaal welzijn is het grootst als je van helemaal geen naar een beetje beweging gaat.”
Hoe komt het dat sport – of fysiek actief zijn – goed is voor de mentale gezondheid?
“Daar bestaan tal van studies naar. Daaruit blijkt dat meerdere mechanismen een rol spelen in het verband tussen fysieke activiteit en mentale gezondheid. Neurobiologische processen bijvoorbeeld, die zich afspelen in ons zenuwstelsel, maar ook psychologische. Toch is niet precies geweten hoe die ervoor zorgen dat je je beter gaat voelen. Met mijn FWO-onderzoek wil ik de kennis daarover vergroten. Dat doe ik door het effect van sport op twee specifieke mechanismen te bestuderen die geassocieerd worden met mentale klachten: patroonseparatie en angstgeneralisatie (zie kader).”
Kan sport zelfs helpen om mentale klachten te behandelen of te voorkomen?
“Absoluut! Het is wetenschappelijk aangetoond dat sporten depressieve klachten en angstklachten kan verminderen. Ook de symptomen van psychoses en schizofrenie kunnen tot op zekere hoogte verbeterd worden met sport. In een ‘lage dosis’ helpt sport al om het risico op de ontwikkeling van mentale klachten te verkleinen. Een sport met een aangetoond heilzaam effect is yoga. De lichaams- en ademhalingsoefeningen blijken goed te werken tegen angst, depressie en stress.”
Zet onze gezondheidszorg in op fysieke activiteit bij de behandeling van mentale problemen?
“In de psychiatrie is dit al vrij ingeburgerd in Vlaanderen. Daar wordt beweging regelmatig ingeschakeld naast meer klassieke behandelingen zoals psychotherapie en medicatie. Maar voor de brede bevolking is dat nog niet de gewoonte – ondanks het groeiende bewustzijn over de mentale voordelen van bewegen. Er is het initiatief Bewegen Op Verwijzing, maar dat is nog niet zo bekend bij het grote publiek. Een huisarts of psychiater kan daarbij voor bepaalde aandoeningen, zoals depressie, begeleiding door een bewegingscoach voorschrijven.”
Valt hier veel winst te boeken voor onze gezondheidszorg?
“Zeker en vast. Het mooie aan sport is dat het zowel fysieke als mentale voordelen heeft. Je kan er dus twee vliegen in één klap mee slaan. Bij de brede bevolking zijn sport en beweging vooral veelbelovend voor de preventie en de vroege behandeling van mentale klachten. Ze hebben in principe geen bijwerkingen, kunnen volledig worden afgestemd op de noden van elk individu en zijn economisch voordelig. Redenen genoeg dus om er sterker op in te zetten! In de Angelsaksische landen bijvoorbeeld, is sport meer ingeburgerd in de ambulante mentale gezondheidszorg dan hier.”
Stel: ik zit slecht in mijn vel en wil proberen of beweging kan helpen. Hoeveel moet ik sporten?
“Daar is de wetenschap nog niet helemaal uit. Voorlopig is er het meeste bewijs voor sport aan een lichte of matige intensiteit. Heel concreet? Twee à vier keer per week minstens een uurtje sporten waarbij je hartslag verhoogt en je licht begint te zweten, maar nog wel een gesprek kan voeren. Dat zou de ideale dosis zijn. (lacht) Maar zoals eerder gezegd: alle beetjes helpen en gewoon fysiek wat actiever worden heeft al een gunstig effect. In het algemeen raad ik aan om een activiteit te zoeken die je graag doet. Zo hou je het langer vol, waardoor de impact op je mentaal welzijn groter zal zijn.”
Heb je zelf wel eens ervaren dat sporten helpt als je je wat down voelt?
“Als ik sport, merk ik vooral dat ik beter met stress kan omgaan. Mijn sport was lange tijd dansen – ook in competitieverband – maar een blessure maakte jammer genoeg een einde aan die hobby. Een tijdje terug heb ik yoga ontdekt en dat doe ik nu bijna elke dag. De motivatie om mijn onderzoek te doen komt voort uit een grote persoonlijke interesse voor alternatieve behandelingen van mentale klachten. Daar zit veel potentieel volgens mij, en ik hoop dat zulke behandelingen op een dag volwaardig geïntegreerd worden in onze gezondheidszorg.”
Lise doet haar doctoraatsonderzoek aan de onderzoeksgroep Klinische Psychiatrie van de KU Leuven, binnen het departement Neurowetenschappen. Onze cameraploeg mocht een dagje met haar meelopen. Check zeker de toffe video!
Lises onderzoek in een notendop
Lise Jennen (KU Leuven) begon aan haar doctoraat net voor de uitbraak van de coronapandemie. Sinds november 2021 ontvangt ze steun van het FWO voor haar onderzoek. Bij een groep van 120 jongeren en jongvolwassenen bestudeert ze twee mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan van mentale klachten: patroonseparatie en angstgeneralisatie. Ze gaat na of sporten een positief effect kan hebben op die mechanismen. Zo draagt ze bij aan de kennis over het potentieel van sport als alternatieve preventie- of behandelingsstrategie bij mentale klachten.
Patroonseparatie vs. angstgeneralisatie
“Patroonseparatie is een neurobiologisch proces”, zegt Lise. “Het zorgt ervoor dat we gebeurtenissen juist opslaan in ons geheugen. Dat wil zeggen: opslaan als aparte gebeurtenissen of ‘patronen’, ook als ze heel gelijkaardig zijn.”
“Stel dat je als voetganger bijna wordt aangereden door een auto. Dan slaan je hersenen dat op als een negatieve gebeurtenis. Loop je later weer op straat, en er is geen gevaar, dan weet je dankzij een goede patroonseparatie dat dit een andere situatie is.”
Het tweede mechanisme, angstgeneralisatie, hangt daarmee samen. “Het is een psychologisch proces waarbij angst voor een gevaarlijke situatie zich uitbreidt naar neutrale situaties. Om bij het bijna-ongeval te blijven: als je patroonseparatie verstoord is, kan het dat je ook bang wordt in de ongevaarlijke verkeerssituatie. Een ‘overgeneralisatie’ van angst, dus. Een slechte werking van deze mechanismen kan het risico vergroten om mentale klachten te ontwikkelen.”
Sportgroep vs. rustgroep
De 120 proefpersonen die aan Lises doctoraatsonderzoek deelnemen, zijn allemaal tussen 16 en 24 jaar oud. De helft van hen ervaart milde tot ernstige mentale klachten, de andere helft niet.
Lise: “Ik wil het effect van sport op patroonseparatie en angstgeneralisatie meten. Daarom zijn de proefpersonen ook opgedeeld in een sport- en een rustgroep. De sportgroep zal 10 minuten matig intensief fietsen voor ze enkele experimenten uitvoert: een geheugentaakje in de MRI-scanner en een computertaak waar onaangename elektrische prikkels bij komen kijken. Wie meer wil weten over die experimenten raad ik aan om naar het filmpje over mijn onderzoek te kijken. (lacht)”
“De hypothese van de studie is dat de sportgroep gemiddeld genomen een betere patroonseparatie heeft en minder angstgeneralisatie vertoont dan de rustgroep. Met andere woorden: dat sport een positief effect heeft op beide mechanismen. Ik verwacht dat effect zowel bij de proefpersonen met mentale klachten als bij de proefpersonen zonder klachten.”