Thema
Door de maag

Op speeddate! Met Fien Waegenaar

Voor Fien Waegenaar (UGent) mag het een glaasje meer zijn. Een glaasje water dan toch, want in haar doctoraatsonderzoek gaat ze na hoe ons drinkwater gezond én lekker blijft. We trakteerden haar op zeven vragen over drinkwater en alle stoffen die we daarin (niet) terugvinden.

Het ene water is het andere niet. Welke weg legt ons drinkwater af van de bron tot onze kraan?

“Drinkwater produceren begint bij een bron: grondwater of oppervlaktewater. Met dat laatste bedoelen we rivieren, bronnen en meren. We verzamelen het water en slaan het tijdelijk op in reservoirs: grote bekkens waarin we duizenden liters water stockeren. Na die stap wordt het water niet meer blootgesteld aan de open lucht. Het wordt grondig gezuiverd en vervolgens tijdelijk opgeslagen in reinwaterkelders. Van daaruit wordt het propere water opgepompt naar opslaglocaties zoals een watertoren en doorgepompt naar individuele huizen.”

Welke opties zijn er om drinkwater te produceren?

“Water wordt op twee vlakken gezuiverd: fysisch-chemisch en microbieel. Via zandfiltratie halen we vervuilde deeltjes uit het oppervlaktewater. We werken ook met sedimentatie: daarbij voegen we aan het water een stof toe die ervoor zorgt dat eventuele vuildeeltjes samenkoeken en zinken. Soms moeten we het water behandelen met chloor om het volledig te zuiveren. In Oostende werkt men met membranen die bepaalde fracties van organische nutriënten weghalen. Zulke nutriënten kunnen de groei van bacteriën bevorderen.”

Mogen er in ons water dan geen bacteriën zitten?

“Jawel, hoor. Er zitten altijd bacteriën in water, zelfs in flessenwater. Goede bacteriën zijn zelfs belangrijk. Wat we niet willen, is dat het aandeel van verschillende bacteriën wijzigt. Een van de doelen van drinkwaterbedrijven is biostabiel water produceren: water dat na de zuivering niet meer noemenswaardig zal veranderen. Als dat wel gebeurt, is dat meestal omdat water van verschillende bronnen samenkomt en er reacties optreden tussen de watertypes of met de biofilm. Dat is een laagje dat zich vormt op de binnenkant van de pijpleidingen.”

Water met een geurtje of een kleurtje, is dat slecht voor ons?

“Ons water is aan zoveel strenge regels onderworpen dat je er in Vlaanderen mag van uitgaan dat het water dat uit je kraan komt gezond is. Oók als het wat anders ruikt dan normaal of als het een licht kleurtje heeft. Verschillen in de smaak van het water zijn gewoonlijk het gevolg van een andere drinkwaterbron of een ander productieproces. ‘Hard’ water bevat bijvoorbeeld meer calcium en magnesium dan ‘zacht’ water. Hou je meer van de zachte smaak, dan kun je die stoffen met een waterverzachter weghalen.”

Er zitten altijd bacteriën in water, zelfs in flessenwater. Goede bacteriën zijn zelfs belangrijk
Fien Waegenaar
UGent

Hoe zorgen we ervoor dat ons water drinkbaar blijft?

“Omdat de waterbronnen ook binnen Vlaanderen sterk verschillen, moeten we de stappen altijd optimaliseren en aanpassen aan de specifieke omstandigheden. Na de zuivering moeten we bijvoorbeeld zeker controleren op chemicaliën en pathogenen (micro-organismen of deeltjes die bijvoorbeeld misselijkheid kunnen veroorzaken, red.), want daarvan weten we dat ze kwaad kunnen. Om er zeker van te zijn dat de kwaliteit van het water geen grote veranderingen doormaakt zodra het in het waternet terechtkomt, doen we regelmatig staalnames in openbare gebouwen zoals sporthallen en ziekenhuizen en in een aantal huizen.”

Is het mogelijk dat er vervuilende deeltjes in het water terechtkomen, bijvoorbeeld door een lek in een leiding?

“In theorie is dat mogelijk, al zou dat water dan niet uit je kraan komen. Bij een gesprongen leiding wordt het water namelijk afgesloten en omgeleid. De pijpen worden ook altijd heel goed gespoeld voor ze weer in gebruik worden genomen. De kans dat er werkelijk iets in de pijpleiding belandt, is heel klein. Bij een lek ontstaat er vooral veel druk, waardoor het zuivere water uit de leiding spuit. De omgekeerde weg – vervuilende deeltjes die in de waterleiding belanden – is heel onwaarschijnlijk.”

“Er kan wel vanuit huishoudens ongezuiverd regenwater in het leidingwater terechtkomen, bijvoorbeeld in lange droge zomerperiodes, als we van regenwater naar leidingwater moeten switchen om het toilet te kunnen doorspoelen.”

Kan vervuiling ook op een andere manier optreden?

“Heel uitzonderlijk zou dat via een watertoren kunnen gebeuren. De meeste watertorens in Vlaanderen dateren van de jaren 1900; ze zijn niet altijd even goed geïsoleerd. Het kan gebeuren dat er vliegjes in een watertoren overwinteren en lichte sporen nalaten in het water. Mijn onderzoek heeft al aangetoond dat zulke sporen een invloed hebben op de waterkwaliteit. En er kan tijdens de distributie nog van alles gebeuren waar we momenteel geen weet van hebben. Bij extremen in de waterdruk kunnen stukjes van de biofilm afbreken en bijvoorbeeld voor een andere smaak zorgen.”

Onze cameraploeg mocht een dagje meelopen met Fien om haar onderzoek in actie te zien. Check zeker de toffe video!

Fiens onderzoek in een notendop

“We zetten onze kraan open en er komt lekker, drinkbaar water uit. Dat zijn we gewoon in België, maar er gaat een hele hoop werk aan vooraf.” Fien Waegenaar is doctoraatsonderzoeker aan het Centrum voor Microbiële Ecologie en Technologie (UGent). Sinds 2021 steunt het FWO haar onderzoek naar kwaliteitsvol drinkwater. Ze legt zich specifiek toe op de microbiële veranderingen die kunnen optreden tijdens de distributie van ons kraantjeswater.

Water met een geurtje

“Ik ga na wat er gebeurt met de microbiologie in de leidingen en hoe dat er, bijvoorbeeld, voor kan zorgen dat ons drinkwater een geurtje krijgt. Daarvoor kijk ik voornamelijk naar de weg die ons water aflegt nadat het gezuiverd is. Eerst en vooral wil ik nagaan in welke mate gezuiverd water zijn samenstelling behoudt. Welk water is meer stabiel? Als we specifieke factoren vinden die ervoor zorgen dat het water een kleurtje of een geurtje krijgt, is het belangrijk dat we die ook kunnen identificeren en eventueel verwijderen.”

“Ik maak onder andere gebruik van een testopstelling, die de weg van het drinkwater op kleinere schaal nabootst. Zo kunnen we bijvoorbeeld zien wat er gebeurt als water van verschillende bronnen wordt samengevoegd of als er bepaalde stoffen aan dat water worden toegevoegd. Aan de binnenkant van de waterleidingen vormt zich bijvoorbeeld een biofilm. Op termijn zou ik graag meer duidelijkheid kunnen brengen over welke organismen daar aanwezig zijn, en welke schadelijk (kunnen) zijn.”

Steun van drinkwaterbedrijven

“In Vlaanderen zijn er zes drinkwaterbedrijven, die elk in hun gebied water verzamelen, produceren en verdelen. De kwaliteit van hun drinkwater testen ze regelmatig met staalnames. Stoten ze daarbij op interessante resultaten, dan kunnen ze daarmee naar ons komen. Dat zorgt er mee voor dat mijn onderzoek heel praktisch blijft. Op termijn kunnen we hen misschien helpen om de drinkwaterkwaliteit in watertorens en leidingen digitaal op te volgen, en zo nog meer kwaliteit te garanderen.”