“Onderzoek is een parcours vol toevalligheden”
Ruben Hemelings werkte vier jaar aan een manier om glaucoom op te sporen. Daarvoor beloont het FWO hem met de Wetenschappelijke prijs McKinsey & Company. Die prijs gaat elk jaar naar een jonge onderzoeker in de exacte wetenschappen, toegepaste wetenschappen, sociale, economische of managementwetenschappen of biomedische wetenschappen.
Proficiat, Ruben! Wat betekent deze prijs voor jou?
“Het was een aangename verrassing. Het is een mooie eer om na vier jaar zo’n prijs te kunnen winnen. Ook fijn dat de jury aangeeft dat mijn onderzoek dicht bij implementatie staat en een sociale en economische relevantie heeft. Voor mij was het belangrijk dat mijn doctoraat in de praktijk kan worden omgezet en een echte impact kan hebben op het gezondheidsstelsel.”
“Deze prijs is een erkenning voor het hele team, gaande van oftalmologen over IT-experten tot onderzoekers in machinelearning. Ik kijk erg uit naar de ceremonie, want mijn ouders, mijn vriendin, vrienden en collega’s zullen erbij zijn.”
Vertel eens wat meer over je onderzoek?
“Kort samengevat hebben we een tool ontwikkeld die glaucoom kan opsporen. Glaucoom is een oogaandoening die leidt tot blindheid, door aanhoudende schade aan de oogzenuw. Drie tot vier procent van de mensen boven de veertig jaar heeft die aandoening. Het grootste probleem bij glaucoom is dat de symptomen zich initieel op het zijaanzicht manifesteren. Het wordt daardoor meestal pas ontdekt wanneer het centrale zicht aangetast wordt. Men noemt het dan ook een sluipende ziekte, aangezien meer dan 50 procent van de gevallen niet tijdig wordt opgespoord.”
“We hebben gedurende die vier jaar onderzoek een artificiële-intelligentie-model ontwikkeld dat op basis van foto’s van een netvlies automatisch detecteert of iemand glaucoom heeft of het risico heeft om dat in de toekomst te krijgen.”
“In ons meest recente retrospectieve onderzoek hebben we aangetoond dat het model, dat we ontwikkeld hebben aan de KU Leuven en het UZ Leuven, ook werkt buiten de muren van het ziekenhuis. We hebben daarvoor enkele internationale samenwerkingen opgezet, onder meer met Duitsland en Australië. Dat is een mooie verwezenlijking, want het illustreert het potentieel om binnen enkele jaren inzetbaar te zijn in de dagelijkse praktijk. In de toekomst gaan we werken met nieuwe gegevens en zien hoe het echt in de praktijk werkt.”
Jij werkt nu voornamelijk vanuit Singapore. Waarom?
“Ik heb eind vorig jaar mijn doctoraat afgerond. Ik wou graag internationale onderzoekservaring opdoen en daarom ben ik naar Singapore gegaan. Maar ik werk nog altijd samen met KU en UZ Leuven. Ik probeer nu de progressie van glaucoom beter te begrijpen en ga na of we AI hier ook kunnen toepassen voor verbeteringen in glaucoommanagement.”
“Ze hebben hier heel interessante data van een hoofdzakelijk Aziatische patiëntenpopulatie. En ik ben onder de indruk van de hoeveelheid financiering en van de vooruitstrevende en innovatieve onderzoeksinfrastructuur.”
Op welke manier verschilt de werkmentaliteit in Singapore van die in België?
“Mensen zijn er heel gedisciplineerd. Het onderzoeksteam is anders dan in België, aangezien er in Singapore een heel labo op AI en netvliesfoto’s werkt. Wat me ook opviel is de structuur van het onderzoeksteam. Naast PhD’s en postdocs zijn er ook mensen tewerkgesteld als research officer. Die volgen geen PhD-traject, maar draaien wel mee in het onderzoek.”
Heb je nog meer van de wereld gezien voor je onderzoek?
“In 2019 ben ik via een FWO-beurs kort in Finland geweest. Daar heb ik gedurende een kleine maand een eerste test gedaan rond de toepasbaarheid van onze AI-tool. En tijdens de coronaperiode heb ik digitaal samengewerkt met het ziekenhuis van Mainz in Duitsland.”
Wat is een belangrijke les die je geleerd hebt tijdens je onderzoek?
“Dat er een ‘gelukscomponent’ verbonden is aan onderzoek. Misschien is dat ook deels de reden waarom ik deze prijs nu win. We hebben tijdens die vier jaar verschillende zaken uitgetest en één van die zaken leek goed te werken. Het was niet dat we dit model meteen op het oog hadden en dachten dat het zou werken. Onderzoek is een parcours, soms ook een rollercoaster. En op dat parcours kom je toevalligheden tegen.”
“Ook de onderzoeksomgeving is heel belangrijk om mooie resultaten te behalen. Ik heb het geluk gehad dat ik van enorm veel ondersteuning en vrijheid heb mogen genieten. Daar wil ik graag het interdisciplinaire team met professor Ingeborg Stalmans (UZ Leuven, oogziekten), professor Patrick De Boever (VITO), professor Matthew Blaschko (KU Leuven) en ingenieur Bart Elen (VITO) voor bedanken.”
“Een laatste les die ik geleerd heb, is dat een doctoraat je ook op sociaal vlak op de proef stelt. Als je bepaalde deadlines hebt, moet je soms inboeten op sociale activiteiten. Maar als je echt gefascineerd bent door je onderzoek en project, dan is die vier jaar in een mum van tijd voorbij.”
Welk advies zou jij een kind geven dat later onderzoeker wil worden?
“Als die droom er al op jonge leeftijd is, zou ik zeggen: streef je droom zo snel mogelijk na! Daarnaast zou ik scholen het advies geven om kinderen en jongeren vroeger op de hoogte te brengen van wat een doctoraat is en wat de mogelijkheden zijn. Zeker bij kinderen die geboeid zijn door wetenschap. Ik wist bijvoorbeeld niet wat een doctoraat was toen ik in het lager en middelbaar onderwijs zat.”
Wanneer wist jij dat onderzoek doen jouw droom was?
“Ik had helemaal geen idee dat ik onderzoeker zou worden toen ik jonger was. Ik was al 21 toen ik besefte welke richting ik wou uitgaan. Na het middelbaar heb ik voor handelsingenieur gestudeerd, omdat dat veel mogelijkheden bood. In mijn eerste masterjaar was er een vak rond het analyseren van big data. Dat was voor mij de doorslag om na mijn master een bijkomende advanced master rond AI te doen aan de KU Leuven. Mijn masterthesis ging over AI en netvliesfoto’s. Daarvoor werkte ik samen met het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Uiteindelijk stelden mijn thesispromotoren voor om een doctoraat te doen. Ik moest even opzoeken wat dat precies inhield, maar toen dat duidelijk was, heb ik niet lang getwijfeld.”
Wat zijn je ambities voor de toekomst?
“Ik ga nog even verder werken aan mijn onderzoeksproject in Singapore. Daarna wil ik graag de onderzochte applicaties uitwerken in de praktijk en ervoor zorgen dat ons onderzoek een impact kan hebben in het dagelijkse leven. Een deel van mijn onderzoek werd al doorgegeven aan een spin-off van de KU Leuven, MONA.health. Zij zijn enkele applicaties aan het uitwerken rond de automatische opsporing van oogziekten die leiden tot blindheid. Die gaan ze vervolgens op de markt brengen. In de toekomst kunnen die modellen nog verbeterd worden. Ik ben enorm hoopvol dat onnodige blindheid in de toekomst tot het verleden behoort.”