Mijn job als … mariene bioloog
Al bijna vier jaar onderzoekt FWO-aspirant Jolien Goossens (UGent) het reilen en zeilen van de Europese zeebaars in de zuidelijke Noordzee. Zo wil ze de soort – die in het verleden flink werd uitgedund in onze contreien – beschermen tegen overbevissing. Een gesprek over zonderlinge zeebaarzen, zoekgeraakte zendertjes en Free Willy.
Dag Jolien, het verrast me dat je niet op zee zit?
“Het cliché dat je als mariene of zeebioloog elke dag vanop een bootje walvissen bestudeert, moet ik meteen ontkrachten! Ook wij brengen een deel van onze tijd door achter de computer of in het labo. Bijvoorbeeld om gegevens te analyseren die verzameld zijn bij veldwerk op zee. Maar voor mij staan er voorlopig niet veel boottochtjes op het programma. Ik zit in het laatste jaar van mijn doctoraatsonderzoek, waardoor mijn dagen vooral gevuld zijn met schrijven.”
Je onderzoekt het migratiegedrag van zeebaarzen. Klopt dat?
“Dat klopt helemaal. Ik bestudeer de bewegingen die de Europese zeebaars onderneemt in de zuidelijke Noordzee, dus onder andere in Belgische wateren. Wat doen die vissen hier? Welke plaatsen zijn belangrijk voor hen? Hoe gebruiken ze die? En wanneer trekken ze naar waar? Dat probeer ik in kaart te brengen. Ik doe dat in samenwerking met het VLIZ, het Vlaams Instituut voor de Zee, en met het ILVO: het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek.”
“Tijdens de zomer bevinden de zeebaarzen zich voor de Belgische kust, dan is het water hier lekker warm voor hen. Op dat moment voorzie ik ze van een zendertje. Dat stuurt een geluidssignaal dat wordt opgepikt door ontvangers op zee. Die ontvangers, die deel uitmaken van het Belgische LifeWatch-netwerk, zijn op strategische plaatsen op de zeebodem of aan een boei bevestigd. Ze registreren wanneer een individuele vis zich in de buurt bevindt. Om de data op te halen, moet ik naar de ontvangers varen. Ik kan de vissen helaas niet live track-and-tracen.” (lacht)
“Het zendertje dat een vis meedraagt, slaat ook informatie op over de diepte en de temperatuur van het water waarin hij zwemt. Zeer interessant voor mijn onderzoek. Het enige nadeel: die info kan niet doorgestuurd worden. Om eraan te geraken moet je het zendertje terugvinden. Dat lijkt misschien onmogelijk, maar het gaat verrassend vlot! Dankzij de hulp van vissers en strandwandelaars heb ik al veertien zenders gerecupereerd. Met de data die dat oplevert, kan ik de afgelegde trajecten van de vissen modelleren.”
Waarom de Europese zeebaars? Is dit een bedreigde soort?
“De soort op zich is niet bedreigd, maar zeebaarzen zijn wel lang overbevist geweest in de zuidelijke Noordzee en in het Engels Kanaal. Het visbestand in dat gebied is nog altijd niet hersteld binnen ‘biologisch veilige grenzen’. Dat betekent dat de zeebaarzen zich als groep niet op een normaal tempo kunnen voortplanten omdat er te veel volwassen dieren werden weggevist uit de populatie.”
“Er zijn maatregelen om de vis te beschermen, onder meer Europese visserijregels, alleen zijn die niet altijd goed afgestemd op het gedrag van de zeebaars in de Noordzee. Ik geef een voorbeeld. In de winter mag je deze soort niet bevissen. Dat is immers het moment waarop zeebaarzen paaien in meer zuidelijke Franse en Engelse wateren. Maar: in de lente, wanneer ze dus wél bevist mogen worden, worden er in de Noordzee toch ‘paairijpe’ zeebaarzen gevangen. Bovendien heeft mijn onderzoek aangetoond dat sommige zeebaarzen niet zuidelijker trekken, maar in de Noordzee overwinteren.”
“Meer kennis over het doen en laten van de zeebaars kan daarom helpen om ons visserijbeleid slimmer vorm te geven. Zo kan het bestand van deze soort zich herstellen, wat zowel de natuur als de visserij ten goede komt. Een deel van mijn doctoraat bestaat uit het formuleren van beleidsaanbevelingen. Daarvoor moet ik me door een kluwen aan wetteksten worstelen. Niet evident voor een bioloog!”
Heb je nog andere opvallende zaken ontdekt?
“Misschien de interessantste vaststelling is dat zeebaarzen een eigen willetje hebben. We gingen er lang van uit dat zij in de winter allemaal naar het zuiden trekken om te paaien. Dat blijkt niet zo eenduidig te zijn: wat individuele vissen doen, kan heel erg verschillen. Sommige zijn bijvoorbeeld honkvast en blijven in wateren waar voortplanten geen optie is, wegens te koud. Dat maakt het natuurlijk des te moeilijker om uniforme regels op te stellen voor de bescherming van de soort.”
“Eén zeebaars in mijn onderzoek ging wel erg ver wat dat eigen willetje betreft. We konden die vis twee jaar na elkaar op exact dezelfde dag, op exact dezelfde plaats vinden. Dat was geen toeval. Franse wetenschappers beschreven eerder al een zeebaars die jaren na elkaar dezelfde steen bezocht, terwijl de zeebodem ontelbaar veel stenen telt. Dat bewijst voor mij dat deze dieren gedreven worden door iets wat we nog niet begrijpen, iets wat verder gaat dan enkel voedsel zoeken en zich voortplanten.”
Merk je de gevolgen van de klimaatverandering in je onderzoek?
“Mijn doctoraat gaat niet rechtstreeks over de impact van de klimaatopwarming op het gedrag van de zeebaarzen. Maar wat we wel zien, is dat de verspreiding van de vissen steeds noordelijker gaat. Vandaag vind je ook zeebaars in Noorwegen, waar die vroeger niet kwam omdat het water er te koud was. Het onderzoek waar ik aan werk kadert eerder binnen ‘global change’: alle processen die het leven op onze planeet dooreenschudden, waaronder de biodiversiteitscrisis.”
Wilde je als kind altijd al mariene bioloog worden?
“Ik wilde orkatrainster worden, zoals in Free Willy, mijn lievelingsfilm als kind. (lacht) Met het ouder worden kreeg ik door dat dat allemaal niet zo ethisch is: orka’s en dolfijnen kunstjes aanleren in een dolfinarium. Maar mijn passie voor de zee en voor zeedieren is altijd gebleven. Het is geweldig dat ik die twee kan combineren in mijn job als wetenschapper!”
Jolien dook ook even in het internet en haar boekenkast, om naar boven te komen met 5 kijk- en leestips over haar vakgebied. Voor iedereen die gebeten is door het mariene leven (figuurlijk dan)!