Islam in Belgische gevangenissen na de aanslagen

 

Na de terroristische aanslagen in Frankrijk en België, in 2015 en 2016, kreeg radicalisering in Belgische gevangenissen heel wat aandacht in het publieke en politieke debat. Maar hoe heeft dit radicaliseringsdiscours vandaag de islambeleving beïnvloed? Hoe ervaren gedetineerde moslimmannen én cipiers de veranderde rol van religie in de praktijk? Om dat te onderzoeken, nemen wetenschappers een kijkje achter de tralies in Brussel en Vlaanderen.

 

Zo veel als er de afgelopen jaren werd gepraat over radicalisering in Belgische gevangenissen, zo weinig onderzoek is er gedaan naar de impact van het radicaliseringsdiscours. Daar brengt professor Iman Lechkar, experte in islam en gender aan de Vrije Universiteit Brussel, graag verandering in met haar studie naar de rol van islam in onze gevangenissen.

“Ik kan mij inbeelden dat die context van argwaan en wantrouwen na de terreuraanslagen een impact heeft op het dagelijkse leven van moslimgevangenen”, zegt ze. “Hoe ervaren praktiserende moslims, die wel in de gevangenis zitten maar niet omwille van terreur, hun religie vandaag? Je mag niet vergeten dat religie, al eeuwenlang en overal ter wereld, voor veel mensen heel betekenisvol is en een houvast biedt om zich te oriënteren.”

“Dat geldt zeker ook voor gedetineerden – denk aan de mensen die zich bekeren in de gevangenis of bij wie religie een copingmechanisme is om met moeilijkheden om te gaan. We zien zelfs dat religie radicalisering niet in de hand werkt, maar net kan bijdragen tot meer harmonie tussen de wereld en de gevangene. Die positieve rol is nu overschaduwd.”

Moslimmasculiniteit

In haar onderzoek bekijkt Lechkar ook de rol van moslimmasculiniteit in Belgische gevangenissen. “Er bestaat veel literatuur over de rol van masculiniteit in gevangenissen, waarbij de identiteit van de man naar voren wordt geschoven als het om geweld of criminele veroordelingen gaat. Nu, als bij dergelijke feiten moslimmannen betrokken zijn, dan wordt die rol van mannelijkheid niet zo snel uitgespeeld en verschuift de focus naar religie. De islam wordt dan bekeken als mogelijke drijfveer voor de gewelddadige uitingen.”
Samen met een criminologe, professor An-Sofie Vanhouche, en de recent aangeworven onderzoekster Ellen Vermet, onderzoekt professor Lechkar of er naast masculiniteit in gevangenissen ook zoiets als moslimmasculiniteit bestaat.

“En hoe ziet dat er dan uit? Is het een vorm van mannelijkheid die heel macho, introvert en gewelddadig is? Of toont deze man ook kwetsbaarheid, onzekerheid en openheid voor emotie? Daarbij bekijken we ook hoe moslimgedetineerden zich verhouden tot cipiers. Want de identiteit in relatie tot anderen is heel bepalend voor hoe die masculiniteit zich ontwikkelt.”

Ik hoop dat we met ons onderzoek kunnen bijdragen tot een betere verstandhouding tussen gedetineerden en gevangenispersoneel
Iman Lechkar
VUB

Relatie tussen gedetineerden en cipiers

Het onderzoek zou in eerste instantie enkel in de gevangenissen van Brussel plaatsvinden – waar een kwart van de bevolking van moslimorigine is of een moslimachtergrond heeft – maar werd uiteindelijk opengetrokken naar Vlaanderen.

“Louter een praktische kwestie als gevolg van de coronacrisis. De Brusselse gevangenissen kampten met een groot personeelstekort, waardoor de maatregelen nog scherper werden toegepast en er soms geen bezoek mogelijk was. Daarom hebben we ook workshops en interviews ingepland in de gevangenis van Hasselt, zowel met gedetineerden als personeelsleden. We willen vanuit beide perspectieven de ervaringen noteren. Dat is niet zo evident en vraagt om een vertrouwensband met beide partijen.”

Maar die interactie – zeker in een tijd waarin er veel angst is voor islam – kan tot belangrijke inzichten leiden. “Welke zaken irriteren gedetineerde moslimmannen vooral? Of wat bezorgt hen net vreugde? Daarvoor moet je de relatie tussen moslimmannen en gevangenisactoren, zoals cipiers, centraal plaatsen. Ik ben zeer benieuwd naar de inzichten en hoop dat we met ons onderzoek kunnen bijdragen tot een betere verstandhouding tussen gedetineerden en personeel.”

“In die zin stonden de gevangenisdirecteuren ook meteen open voor een samenwerking: het project sluit aan bij hun noden. Uiteraard is het altijd fijn als je onderzoek naast de wetenschappelijke relevantie ook een heel praktische uitwerking krijgt.”

Digitale verhalen

Om met de gedetineerde moslimmannen en het gevangenispersoneel te communiceren, hebben de onderzoekers artistieke methodes uitgewerkt, zoals ‘digitale verhalen’. Die bundelen heel tastbaar de ervaringen van mensen in een interculturele setting.

“Met deze korte verhalen, ongeveer een minuut lang en ingesproken vanuit het ik-perspectief, kan je dan concreet aan de slag. Je kan ze ook visualiseren met foto’s of tekeningen. De deelnemers kunnen vertellen wat deze ‘digital stories’ bij hen teweegbrengen. Zo breng je een dialoog op gang en creëer je makkelijker ruimte voor een goede verstandhouding. Deze methodiek leent zich ook om herstelgericht te werken. Neem bijvoorbeeld de situatie van een gedetineerde die om halalvoeding vraagt maar waar zijn bewaker denkt dat het ‘weer om een fanatiekeling’ gaat. Door dergelijke verhalen te noteren en te verwerken in een digital story kan je betere inzichten verzamelen.”

Professor Lechkar is alvast erg benieuwd naar de verhalen vanachter de tralies. “Ik hoop dat deze verhalen mensen verder zullen doen kijken dan de veroordeelden op zich, dan de fouten die ze begaan hebben en waarvoor ze hun straf uitzitten. We zien gedetineerden vaak louter als last, maar uiteraard blijven het mensen. Mensen met ervaringen, gevoelens, dromen. Het zou mooi meegenomen zijn als dit onderzoek de kloof tussen opgesloten en vrije mensen wat kan verkleinen.”

Professor Iman Lechkar is als sociaal-cultureel antropologe verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel. Als experte in islam en gender doet ze onder meer onderzoek naar religieuze identiteiten en autoriteit en naar de connecties tussen religie, secularisme en racisme. In dit filmpje vat ze kort samen waar haar FWO-onderzoek over gaat.