Over het schoolmuurtje
Context is alles. Bedrijven moeten het klappen van de internationale politiek kennen. Leerkrachten moeten kunnen meeklappen met de gasten uit de wijk. Jetske Strijbos (UHasselt) en Robert Boute (Vlerick Business School en KU Leuven) delen inzichten uit hun projecten.
Wie is wie?
Robert Boute is hoogleraar aan de KU Leuven en onderzoeksdecaan aan de Vlerick Business School. Hij doet onderzoek naar operationeel management en supplychainmanagement, en is copromotor van een project rond voorraadbeheer in tijden van onzekerheid dat het FWO sinds 2022 ondersteunt.
Jetske Strijbos is assistent-professor aan de UHasselt. Haar vakgebied: pedagogische en onderwijswetenschappen. Sinds januari dit jaar krijgt ze FWO-steun om een Europees raamwerk voor grootstedelijk onderwijs te ontwikkelen.
Robert: “Jetske, ik begrijp dat jij onderzoek doet naar de impact van onderwijs op de samenleving en vice versa. Dat lijkt me een boeiend onderwerp. Je bestudeert onder andere het effect van onderwijs op sociale cohesie in de steden: dat is een actueel thema én het leunt dicht aan bij mijn onderzoeksveld, dus ik ben benieuwd naar jouw inzichten.”
Jetske: “Dank je, Robert. We zien inderdaad dat steden overal in snel tempo groeien. In Europa woont nu al driekwart van de bevolking in een stedelijke omgeving. We zijn daarmee een van de meest verstedelijkte regio’s ter wereld. Dat fenomeen is natuurlijk geworteld in onze geschiedenis: steden bieden economische kansen en hebben zo van oudsher mensen aangetrokken. Tegelijk zijn het broedplaatsen van innovatie, met een rijk cultureel aanbod en een brede waaier aan publieke diensten.”
“Aan de andere kant worden we in steden geconfronteerd met toenemende ruimtelijke en sociale segregatie: je welvaart bepaalt in grote mate waar je woont en met wie je in contact komt. Dat kan leiden tot gevoelens van vervreemding, wantrouwen tegenover publieke instellingen en uiteindelijk zelfs polarisatie. Zie jij die tendensen ook in jouw onderzoek?”
Robert: “Zeker. Om bedrijven voor te bereiden op de toekomst, bestuderen wij het heden en het verleden: we gaan ervan uit dat de patronen die we daarin zien zich zullen herhalen. Maar er zijn ook onzekerheden. Polarisatie, bijvoorbeeld, kan de status quo ontwrichten en tot onvoorspelbare scenario’s leiden – tot schokken. Dat is zeker voor het bedrijfsleven erg hinderlijk.”
“Als zulke onverwachte scenario’s zich voordoen, is het ook voor ons moeilijk om de impact in te schatten. Ze raken aan de fundamenten van het systeem: het is alsof de spelregels worden veranderd in het midden van de match. Daar staan wij dan met onze statistische modellen gebaseerd op historische data.”
Jetske: “Hoe gaan jullie om met zulke schokken?”
Robert: “We proberen die schokken – of niet-stationaire onzekerheden, zoals wij ze ook noemen – zo snel mogelijk te identificeren en ons model erop af te stemmen. In ons geval gaat het om logistieke ketens, maar de onderliggende vraag is universeel: hoe pas je je model aan om schokken op te vangen? Daarom ben ik benieuwd hoe jij het verband ziet tussen onderwijs en sociale cohesie, in snel veranderende tijden als de onze.”
De toenemende sociale segregatie kan leiden tot gevoelens van vervreemding, en zelfs polarisatie.
Ook bij bedrijven kan polarisatie de status quo ontwrichten.
Jetske: “Sociale cohesie houdt een samenleving bij elkaar, maar hoe kun je ervoor zorgen dat iedereen dat zo ervaart en eraan bijdraagt? Daarvoor kijken we naar onderwijs: het is een systeem waarmee je álle jongeren kunt bereiken. De afgelopen jaren hebben veel democratische landen hun leerdoelen daar ook op afgestemd, door in te zetten op actief burgerschap, inclusie en sociale betrokkenheid.”
Robert: “Een stevige opdracht voor de leerkrachten.”
Jetske: “Inderdaad. Zijn ze wel voldoende toegerust om verbondenheid te versterken in klas, zeker wanneer de context waarin ze dat moeten doen enorm kan verschillen? Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat scholen in armere buurten leerlingen aantrekken met een lage sociaaleconomische status: dat heeft belangrijke gevolgen voor de rol van leerkrachten. In uiteenlopende stedelijke contexten bestuderen wij welke mechanismen daarin een rol spelen.”
“Op basis van ons onderzoek en bestaande literatuur ontwikkelen we een School in de Stad-scan waarmee je de lokale context van een school in kaart kunt brengen. Voor Vlaanderen, Brussel en Frankrijk hebben we al de nodige data, die we gebruiken bij casestudy’s van scholen in de drie gebieden.”
Robert: “Hoe maken jullie de stap van onderzoek naar praktijk en beleid?”
Jetske: “Samen met zeven andere Europese universiteiten, waaronder die uit ons Tournesol-project, werken we een internationale cursus uit voor leerkrachten in opleiding en bouwen we in onze eigen regio’s aan een Urban Education-netwerk, een lokaal netwerk waarin universiteiten, scholen én beleidsmakers betrokken zijn. Zo is er al een basis voor dialoog tussen onderzoek, praktijk en beleid. Maar we zitten nog in de beginfase, dus ik hoor graag hoe jullie die vertaalslag maken.”
Robert: “De bedrijfswereld heeft recent een hele reeks schokken moeten verduren: de Brexit, de pandemie en nu de handelstarieven. Vanuit die wereld groeit de vraag naar nieuwe modellen om zich beter te wapenen. We delen de resultaten van ons onderzoek in onze postgraduaatlessen, via lezingen voor alumni en bedrijfsleiders en via de vakpers. Op de Vlerick Business School zeggen we vaak: we turn knowledge into action, and action into knowledge. Dat is met ons project rond voorraadbeheer niet anders.”
“Ook dat project is trouwens een internationale samenwerking. We hebben een uitstekende doctoraatsstudente uit Duitsland met een sterke achtergrond kunnen aannemen. Zij verblijft dit semester aan de Northwestern University in Chicago, waar ze samenwerkt met professoren en andere doctoraatsstudenten. En de hoofdpromotor van het project, mijn collega Maxi Udenio, heeft zijn opleiding genoten in Argentinië en Nederland. We hebben dus een bijzonder complementair onderzoeksteam. Dat is fijn werken, en bovendien: we zitten op schema (lacht).”